top of page

La Paz, Death Road, cocaine en monkeys

22 juni 2013

Vanuit Sucre ben ik naar La Paz gegaan. Erg vreemd om weer on the road te zijn na 6 weken Sucre. Ik kende daar ondertussen een boel mensen, wist de weg en het was een mooie, gezellige en veilige stad. Van velen had ik al gehoord dat La Paz lelijk en gevaarlijk zou zijn, dus ik heb eerst een gratis georganiseerde wandeltocht door de stad gemaakt. En wat gegluurd op de Mercado de las Brujas: de heksenmarkt waar ze o.a. halucinerende thee en gedroogde lama-foetussen verkopen (die je in je tuin moet begraven voor geluk).

 

Een bijzondere plek in La Paz is ook de San Pedro Prison, de grootste gevangens van Bolivia en deze ligt midden in het centrum tussen de winkelstraten. Er zijn geen bewakers, de 1500 gevangenen hebben hun eigen systeem gecreeerd. Je moet je cel huren of kopen. De gevangenis is verdeeld in 8 gedeelten/lagen en hoe meer geld je hebt, hoe beter je leven daarbinnen is. In het meest luxe gedeelte van de gevangenis heb je voor 200 euro een cel met badkamer, keuken, kabeltelevisie en zelfs wifi. Je hoort te luisteren naar iemand die in een hogere laag zit – meer geld heeft – en zo niet, dan wordt je neergestoken. En rijke gevangenen hebben zelfs hun complete gezin meegenomen naar binnen. Hun familie-leden mogen wel en- en uit lopen wanneer ze willen. Maar ze blijven liever binnen omdat ze buiten de gevangenis toch een minder goed leven zouden hebben zonder inkomsten van hun man. Op dit moment wonen er ongeveer 200 kinderen die om de hoek van de gevangenis naar school gaan. Zo'n 80% van de (meestal) mannen zit daar vanwege drugshandel, en gaan daar ook gewoon mee door. Volgens de backpacker-gossip moet daarom daar ook de beste cocaine te krijgen zijn. Tot een tijdje geleden kon je zelf naar binnen gaan, een gevangene omkopen een een rondleiding doen. En uiteraard eindigen met een zakje wit poeder. Harstikke illegaal, maar bijna elke backpacker deed het. Tot er een meisje verkracht werd door een gevangene en geen toerist meer naar binnen durfde.

 

Ik had altijd gedacht dat Colombia hét cocaine-land van Zuid Amerika was, maar het blijkt toch echt Bolivia te zijn. Dus “gelukkig” zijn er nog genoeg andere plekken om cocaine te krijgen in plaats van in een gevaarlijke gevangenis. Er is een bar met naam Ruta 36, die om een aantal maanden van locatie verplaatst. Alle taxi-chauffeurs weten precies waar de bar deze keer zit. Als je aankomt zie je al dat het geen gewone bar is. Je wordt door een bewaker aangestaard, er gaat een rolluik omhoog en dan mag je naar binnen. De geheime code is een Rum & Coke bestellen. En jawel, dan krijg je dat ook: een glas rum en een gram coke voor nog geen 8 euro. Bijzonder....

 

En ik heb de meest gevaarlijke fietstocht ever overleefd: Death Road. Zo'n 62 km bergaf, haarspeldbochten in de bergen met afgronden van soms wel 400 m diep. Een schatting gaat uit dat 200 tot 300 weggebruikers jaarlijks omkomen op deze weg. Langs de weg staan verschillende herdenkingskruisen op de plekken waar mensen omgekomen zijn. Er mogen sinds een paar jaar geen voertuigen meer rijden, gelukkig alleen maar fietsen en hun begeleidende busjes. En dat doen zo'n 25000 toeristen per jaar. Het was gaaf, spannend, af en toe een tikje eng. Maar je mag zo snel of langzaam gaan als je zelf wil.

 

Daarna heb ik een weekje vrijwilligerswerk gedaan bij La Senda Verde, Een ecoresort, waar allerlei mishandelde dieren uit de jungle worden opgevanen. In La Paz, op de markt kan je werkelijk alles kopen, je kunt het zo gek niet bedenken en het is er... dus ook beren, aapjes, papegaaien, schildpadden, kaaimannen etc... In de jungle wordt moeder aap neergeschoten, om vervolgens de kleintjes te koop te zetten. Een groot gedeelte overleeft de reis uit de jungle naar de markt niet, omdat ze zwaar getreumatiseerd zijn omdat ze hun moeder hebben zien sterven. Degene die het wel halen, worden hier gekocht als huisdier. En kleine beestjes worden groot, n slopen vervolgens je huis. Dus worden ze weer gedumpt en opgevangen door La Senda Verde. Het was echt een superweek waar we een paar uurtjes per dag moesten helpen, kooien schoonmaken, dieren eten geven etc. Maar het leukste was wel dat er bijna constant een aap op je schouder of hoofd zat.

 

Daarna ben ik naar Copacabana gegaan om een dagje op Isla Del Sol te wandelen. Dat eiland ligt op 4000 m hoogte in Lake Titicaca, het hoogst gelegen meer ter wereld. Het was koud, en op grote hoogte ben je al gauw buiten adem maar ik heb wel een mooie wandeltocht van 5 uur gedaan. Heel Copacabana draait om de Basílica (kathedraal) met een houten Mariabeeld uit de 16 eeuw. Men zegt dat Maria een keer echt verschenen is in 1675 toen een aantal mijnwerkers vast zaten. Ze hebben het overleefd dankzij Miss. Maria. Sindsdien is Copacabana een pelgrimsoord geworden waar ieder jaar Katholieken uit Peru, Ecuador en Bolivia naartoe komen. Enorm contrast met het beroemde Braziliaanse strand van Rio met diezelfde naam.

 

Het is al lang geleden dat ik een prijsvraag erin gegood heb dus vooruit, komt ie:

Numero 4

Ik ben natuurlijk naar Ruta 36 geweest. Het is alleen al bijzonder om al die gringo's uit hun plaat te zien gaan.

Maar de vraag is nu, heb ik een Rum & Coke besteld, of toch niet?

 

 

bottom of page