top of page

Life in Sucre

10 mei 2013

Het is alweer een tijdje geleden dat ik het laatste verhaal geschreven heb. Ik ben de afgelopen weken druk geweest met werken in Sucre dat de website even geen prioriteit had. Ik had van tevoren al het plan om na het rondreizen met Maud een plek in Bolivia te zoeken om een tijdje te blijven. Om te werken en wat extra spaanse les te volgen. Vanuit de grens Bolivia-Brazilie ben ik naar Santa Cruz gegaan maar dat was absoluut geen stad om lang te blijven: druk, smerig, lawaaierig, gevaarlijk om na 9 uur 's avonds nog de deur uit te gaan en vrijwel geen toeristen zodat ik me niet echt op m'n gemak voelde. De enige bezienswaardigheden die de moeite waard waren zijn de dierentuin en een vlinderpark. Wat buiten is natuurlijk en omdat het 5 dagen non-stop regende, heb ik de meeste tijd doorgebracht met m'n laptop op bed om de rest van mijn reisplannen te maken. Ik heb in een hotel geslapen voor nog geen 11 euro per nacht, enorm 2-persoonsbed en een eigen badkamer. Heerlijk om even weg te zijn van backpackersland.


Na 5 dagen had ik geen zin meer om te wachten op een zonnige dag en heb ik een busticket gekocht naar Santa Cruz. Hier zijn wel 30 verschillende busmaatschappijen die allemaal een verkoophokje hebben bij het busstation. Ik begon bij de eerste die een bus naar Sucre aanbood, het kostte 100 Bol. Maar de reis zou 14 uur duren... zonder toilet. Dan maar even bij de buren kijken, de prijs werd ineens 85. Raakte met de buren in gesprek en de prijs werd 65. De buren begonnen ook met prijzen te gooien, en uiteindelijk had ik in nog geen 2 minuten de prijs naar 40 gekregen, zonder er iets voor te doen: 4.50 euro dus voor een ritje van 14 uur. De busrit zelf was echt geen pretje. Als er al asfalt op de weg lag was dit zeer plaatselijk, met als gevolg dat de chauffeur zijn best deed om de gaten te ontwijken, waardoor we uren lang van voor naar achteren en van links naar rechts op en neer geschud werden. Geen van de bussen van Sucre naar Santa Cruz had een toilet. We hadden 2 stops: de eerste bij een gegarandeerde-diarree-tent, de 2e midden in een open veld zonder struikjes om achter te zitten. De Bolivanen schamen zich nergens voor en de dames zaten gewoon naast elkaar voor de bus. Heb dat ook maar gedaan, al keken ze me wel raar aan. Had waarschijnlijk de meest witte billen van iedereen...


Het reizen hier is spotgoedkoop vergeleken met Argentinië, Brazilië en Chili, de rijkere landen van Zuid Amerika. Maar toch, volgens de officiële cijfers moet 45% van de bevolking van Argentinië rondkomen met minder dan 500 US$ per maand. In Brazilië wonen 25 miljoen mensen in krottewijken, 12 miljoen dakloze kinderen en 7 van de 10 mensen leeft onder de armoedegrens. En dan ben ik nu in Bolivia, waar de prijzen werkelijk een-derde zijn van Argentinie. Het gemiddelde inkomen van een Boliviaan is 750 US$ per jaar. Veel mensen verdienen minder en moeten rondkomen van 100 US$ per jaar. Meer dan de helft van de mensen hier kan niet lezen of schrijven. Bolivia heeft nog een lange weg te gaan.


Ik vond Sucre al meteen een supermooie stad, gezellig met allemaal witte gebouwen, een boel Nederlandse cafe's en restaurantjes. En had deze plek al aangeraden gekregen via Thijs (vriend van mijn lieve vriendinnetje Wil). Hij heeft hier vorig jaar gereisd en een tijdje vrijwilligerswerk gedaan, en zelfs een ontzettend lieve vriendin gevonden. Ik ben even naar zijn ex-werkplek gegaan om de groetjes te doen. En toen ze hoorden dat ik grafisch vormgever was, konden ze mijn hulp wel gebruiken. Heb op de zwarte markt voor nog geen tientje Adobe Indesign en Photoshop gekocht (spaans, dat wel) en werk daar nu al 3 weken, elke ochtend 3 of 4 uur.


Een aantal middagen per week help ik bij San Juan de Los Dios, een tehuis met gehandicapte kinderen. Ik heb de jongste groep met kinderen van 3 t/m 7 jaar. Het is echt heel sneu om te horen en zien wat ze meegemaakt hebben. Een paar kinderen zijn gehandicapt “gemaakt” door hun ouders. Hoe zieliger ze eruit zien, hoe meer geld ze kunnen vangen met bedelen op straat. Met de leeftijd van 5-6 jaar zijn ze niet meer klein en schattig. Het lukt ze niet meer om genoeg geld binnen te halen met bedelen, dus worden ze gedumpt. Letterlijk... San Juan de Los Dios vangt ze op en zet advertenties in de krant om hun ouders op te sporen. Als dat niet lukt proberen ze een adoptiegezin te vinden. En wanneer dat ook niet lukt, blijven ze daar wonen tot hun 18e. 



​Een aantal middagen per week ben ik daar om met ze te spelen, ze te helpen met eten, omkleden en naar bed te brengen. En met een andere groep, met oudere kinderen, ga ik 2x per week zwemmen. Ze hebben speelgoed, ze krijgen aandacht, maar het is gewoon echt te weinig voor wat ze zouden moeten krijgen. De eerste dag (het eerste uur zelfs) werd ik alleen gelaten met 8 vreemde kindjes. Daarvan zitten er 4 in een rolstoel en kunnen met hun handen nauwelijks iets vasthouden. Om ze te laten spelen moet je dus constant bij ze zitten. Vervolgens had ik een speelgoed-ding gevonden met geluidjes, en was een van de jongetjes aan het helpen om de knopjes in te drukken. Hij had de grootste lol ook al lukte het voor geen meter. Vervolgens zei een van de medewerkers: ow, laat hem maar, hij is spastisch en kan toch niks. Ga maar spelen met een van de kindjes die wel wat kunnen... Zo sneu! Ik weet zeker dat als ze op de juiste manier geholpen en gestimuleerd worden, dat ze veel meer kunnen dan wat ze nu doen. Er is gewoon geen tijd en geen kennis. Het werk is mooi om te doen maar soms ook een tikje frustrerend omdat je weet dat je toch weer na een tijdje weggaat en het blijft zoals het blijft...

bottom of page